Handelingen aanraakscherm
Als u met de gebruikersinterface wilt werken, tikt u op het aanraakscherm of tikt u op
het aanraakscherm en houdt u dit even vast.
Een toepassing of ander schermelement openen
Tik op de toepassing of het element.
Snel naar functies gaan
Tik op het item en houd dit vast. Er wordt een pop-upmenu met de beschikbare opties
geopend. Als u bijvoorbeeld een afbeelding wilt verzenden of een alarm wilt
verwijderen, tikt u hierop en houdt u dit even vast en selecteert u de gewenste optie in
het pop-upmenu.
Als u op het startscherm tikt en dit even vasthoudt, wordt de bewerkingsmodus
geactiveerd.
20 Basistoepassing
Een item slepen
Tik op het item en houd dit vast, en schuif vervolgens met uw vinger over het scherm.
Het item volgt uw vinger.
U kunt items in het startscherm of het hoofdmenu slepen als u de bewerkingsmodus
hebt geactiveerd.
Vegen
Plaats een vinger op het scherm en laat deze gestaag in de gewenste richting glijden.
Wanneer u bijvoorbeeld een foto bekijkt, kunt u de volgende foto weergeven door naar
links te vegen.
Basistoepassing 21
Door een lijst of menu bladeren
Plaats uw vinger op het scherm, schuif deze snel over het scherm en til uw vinger
vervolgens snel op. De inhoud van het scherm schuift nu met dezelfde snelheid en in
dezelfde richting als op het moment waarop u uw vinger optilde. Tik op een item om
het item te selecteren in een bladerlijst of om de beweging te stoppen.
Inzoomen
Plaats twee vingers op een item, zoals een foto of webpagina, en spreid uw vingers.
Uitzoomen
Plaats twee vingers op een item en schuif uw vingers naar elkaar toe.
Tip: U kunt ook tweemaal op het item drukken om in of uit te zoomen.